stationsvoorzieningen

Voorzieningen voor- en natransport
Bij de stations zijn voldoende parkeer- en stallingsvoorzieningen voor fietsen.
 
Bij halten, die in een meer stedelijke omgeving zijn gelegen neemt de fiets een groter deel voor zijn rekening. Bij NS stations is dat ca 50 % en heeft lopen ook nog een behoorlijk aandeel. Bij de snelwegstations zal het fietsaandeel groter zijn, het aandeel lopen zal kleiner zijn, in de directe omgeving van de aansluitingen ( 100-200 m) bevinden zich veelal geen bestemmingen en bij meer dan 200 m. is fietsen sneller.
In de meer landelijke omgevingen neemt de auto een grote deel van het voortransport voor zijn rekening. In het natransport vanaf stations heeft lopen en openbaar vervoer het belangrijkste aandeel.
Bij de snelwegbus is veel aandacht voor natransport met de (OV) fiets.  veel bestemmingen zijn binnen 2 km van de snelwegaansluitingen gelegen: 5-10 minuten fietsen. Met OV-fiets kan het fietsgebruik in het natransport tot 50 % of hoger oplopen, ook afhankelijk van andere vervoerswijzen, m.n. openbaar vervoer.
 
 
Fietsenstallingen.
Door een goede inrichting kunnen in relatief beperkte ruimte veel fietsen worden gestald, een fiets vraagt ca 2 m2 per fiets aan stallingsruimte. Naast de openbare onbeveiligde fietsenstallingen is het wenselijk (betaalde) fietskluizen beschikbaar te stellen waar ook OV-fietsen kunnen worden afgehaald. De fietsenstallingen moeten in de directe nabijheid van de halten worden gesitueerd, om te voorkomen dat de fietsen lukraak worden neergezet. Verder moet sprake zijn van een logische routing vanaf de nabijgelegen fietsroutes naar de stationsfietsenstalling.
 
 
Park & Ride
De halfklaverblad aansluitingen bieden ruimte voor parkeergelegenheid voor 150-200 auto's (bij een boogstraal van de toerit / afrit van 50 m).  Eventueel kunnen auto's in meerdere lagen worden geparkeerd.
De toegankelijkheid van de parkeerterrein in de bocht van de halfklaverblad-aansluiting is een aandachtspunt. Bij een gebogen toerit kan de ingang van het P&R terrein uitvoegen van het eerste deel van de toerit. Bij een gebogen afrit kan de uitgang van het P&R terrein aansluiten op de afrit. Voorkeur heeft echter een aansluiting op het onderliggende wegennet. Doordat in de nabijheid ook de kruispunten met de aansluitingen van de snelweg zijn gelegen, wordt de verkeersoplossing complex. Dit kan worden beperkt door alleen rechtsaf bewegingen toe te staan, zowel het parkeerterrein ingaand als uitgaand. Dat betekent wel dat in de nabijheid een keergelegenheid moet zijn of worden gecreƫerd (bv rotonde).

Bij Haarlemmermeeraansluiting is geen ruimte aanwezig. Ruimte voor een parkeervoorziening moet dus op een andere plek in de nabijheid (max. 150m.) worden gevonden.